Door het geloof
07/12/17 19:59
Door het Geloof:
Er bloeit een bloempje bij de weg, een klein nederig madeliefje. Het staat maar stil te geuren en heft zijn gouden hartje omhoog naar de zon. Het is zo klein, zo onopvallend. De mensen lopen eraan voorbij.
Soms trappen zij erop. En toch is dat bloempje een wonder van God. Het verdraagt de stormen en regen, hagel en onweer. Em het lijkt wel, alsof het gestorven is, wanneer de winter gekomen is met zijn strenge kou. Maar nauwelijks heeft de zon in het voorjaar de aarde verwarmd, of daar staat het verjongd weer te bloeien, even blij als het vorig jaren om dat plantje ver in het rond, bloeien andere plantjes, zijn kinderen, geboren uit het zaad dat de storm heeft verspreid en tonen der wijsheid en de liefde van God aan een ieder die er oog voor heeft. Wat is toch die wonderlijke kracht, die dat schepseltje bewaart in alle gevaren? Dat is de levenskracht, die God in het plantje heeft gelegd.
Ook de kerk van Jezus Christus is door God op aarde geplant. Daarom houdt zij stand in alle verdrukkingen en kan niet uitgeroeid worden, hoe ook de vijanden van God tegen haar woeden. Want ook in haar woont een wonderlijke kracht, die haar bewaart in alle gevaren. Die heeft God in de harten gelegd van al de mensen die Hem waarlijk liefhebben. De goddelijke kracht, die hen aan God verbindt, zodat ze nooit meer van Hem gescheiden kunnen worden die de kerk des Heren onuitroeibaar sterk maakt, heet: geloof.
Door het geloof hebben de apostelen gepredikt, nadat zij de Heilige Geest hadden ontvangen op de pinksterdag, niet vrezende de bedreigingen van het Sanhedrin. Door het geloof heeft Stephanus zo moedig getuigd voor zijn rechters en kon hij nog bidden voor zijn vijanden, toen hij gestenigd werd. Door het geloof heeft Petrus de kreupele genezen, en de verlamde Aeneas doen gaan, de gestorven Dorcas opgewekt. Door het geloof heeft Paulus zijn grote reizen gemaakt en moedig alle gevaren getrotseerd.
Vijf maal is hij gegeseld door de Joden, drie maal met de roeden der Romeinen, eens werd hij gestenigd, driemaal heeft hij schipbreuk geleden. En dat alles heeft hij verdragen om Christus wil, door het geloof. Door het geloof hebben alle predikers hun werk gedaan, ook die na de apostelen kwamen. Steeds meer breidde de kerk zich uit. Overal kwamen mensen die leefden door het geloof. Voor die gelovigen zijn soms zware tijden gekomen. Op allerlei wijzen zijn zij geplaagd, verdrukt, gemarteld, ter dood gebracht. Maar het bloed der martelaren werd het zaad der kerk. Want als zij knielen op het schavot, straalden soms hun ogen van blijdschap, omdat zij voor hun Heiland mochten sterven en spoedig bij Hem zouden zijn. En wanneer de vlammen hun lichamen aantasten op de brandstapel, konden zij soms nog zingen van geluk. Door het geloof. En al werden zij ter dood gebracht, dat geloof kon niet sterven. Dat leefde voort in hun harten, tot in onze tijd. En nog steeds gaan de zendelingen de wereld in, om aan de heidenen het evangelie te brengen; om aan allen, die naar God verlangen, te zeggen, dat zij behouden kunnen worden door genade, door het geloof.
Zij verlaten hun land en hun familie, trotseren moeiten en gevaren uit liefde voor Christus en het geloof geeft hun kracht. En allen die leven door het geloof, kunnen over hun Heiland niet zwijgen. Zo zal er eens een volk meer zijn dat niet meer de stem van Jezus heeft gehoord. En dan zal Hij komen, die de voleinder is van het geloof.
Op de wolken des hemels zal Jezus verschijnen om te oordelen levenden en doden. Zal hij dan het geloof vinden op aarde?... de vlam van het geloof zal branden in vele harten, omdat Hij die voedt door zijn Geest. En die gelovigen zullen met Hem binnengaan in de eeuwige heerlijkheid.
Ingezonden door: Suzan de boe
Er bloeit een bloempje bij de weg, een klein nederig madeliefje. Het staat maar stil te geuren en heft zijn gouden hartje omhoog naar de zon. Het is zo klein, zo onopvallend. De mensen lopen eraan voorbij.
Soms trappen zij erop. En toch is dat bloempje een wonder van God. Het verdraagt de stormen en regen, hagel en onweer. Em het lijkt wel, alsof het gestorven is, wanneer de winter gekomen is met zijn strenge kou. Maar nauwelijks heeft de zon in het voorjaar de aarde verwarmd, of daar staat het verjongd weer te bloeien, even blij als het vorig jaren om dat plantje ver in het rond, bloeien andere plantjes, zijn kinderen, geboren uit het zaad dat de storm heeft verspreid en tonen der wijsheid en de liefde van God aan een ieder die er oog voor heeft. Wat is toch die wonderlijke kracht, die dat schepseltje bewaart in alle gevaren? Dat is de levenskracht, die God in het plantje heeft gelegd.
Ook de kerk van Jezus Christus is door God op aarde geplant. Daarom houdt zij stand in alle verdrukkingen en kan niet uitgeroeid worden, hoe ook de vijanden van God tegen haar woeden. Want ook in haar woont een wonderlijke kracht, die haar bewaart in alle gevaren. Die heeft God in de harten gelegd van al de mensen die Hem waarlijk liefhebben. De goddelijke kracht, die hen aan God verbindt, zodat ze nooit meer van Hem gescheiden kunnen worden die de kerk des Heren onuitroeibaar sterk maakt, heet: geloof.
Door het geloof hebben de apostelen gepredikt, nadat zij de Heilige Geest hadden ontvangen op de pinksterdag, niet vrezende de bedreigingen van het Sanhedrin. Door het geloof heeft Stephanus zo moedig getuigd voor zijn rechters en kon hij nog bidden voor zijn vijanden, toen hij gestenigd werd. Door het geloof heeft Petrus de kreupele genezen, en de verlamde Aeneas doen gaan, de gestorven Dorcas opgewekt. Door het geloof heeft Paulus zijn grote reizen gemaakt en moedig alle gevaren getrotseerd.
Vijf maal is hij gegeseld door de Joden, drie maal met de roeden der Romeinen, eens werd hij gestenigd, driemaal heeft hij schipbreuk geleden. En dat alles heeft hij verdragen om Christus wil, door het geloof. Door het geloof hebben alle predikers hun werk gedaan, ook die na de apostelen kwamen. Steeds meer breidde de kerk zich uit. Overal kwamen mensen die leefden door het geloof. Voor die gelovigen zijn soms zware tijden gekomen. Op allerlei wijzen zijn zij geplaagd, verdrukt, gemarteld, ter dood gebracht. Maar het bloed der martelaren werd het zaad der kerk. Want als zij knielen op het schavot, straalden soms hun ogen van blijdschap, omdat zij voor hun Heiland mochten sterven en spoedig bij Hem zouden zijn. En wanneer de vlammen hun lichamen aantasten op de brandstapel, konden zij soms nog zingen van geluk. Door het geloof. En al werden zij ter dood gebracht, dat geloof kon niet sterven. Dat leefde voort in hun harten, tot in onze tijd. En nog steeds gaan de zendelingen de wereld in, om aan de heidenen het evangelie te brengen; om aan allen, die naar God verlangen, te zeggen, dat zij behouden kunnen worden door genade, door het geloof.
Zij verlaten hun land en hun familie, trotseren moeiten en gevaren uit liefde voor Christus en het geloof geeft hun kracht. En allen die leven door het geloof, kunnen over hun Heiland niet zwijgen. Zo zal er eens een volk meer zijn dat niet meer de stem van Jezus heeft gehoord. En dan zal Hij komen, die de voleinder is van het geloof.
Op de wolken des hemels zal Jezus verschijnen om te oordelen levenden en doden. Zal hij dan het geloof vinden op aarde?... de vlam van het geloof zal branden in vele harten, omdat Hij die voedt door zijn Geest. En die gelovigen zullen met Hem binnengaan in de eeuwige heerlijkheid.
Ingezonden door: Suzan de boe