Steffie’s Kerst

Steffie’s Kerst. ( geschreven door Rosa Bromet).
kerstboom1

Het was nog donker toen haar kamerdeur open ging. ‘Steffie!’ Mama zei haar naam zo hard dat ze meteen wakker was. Dat moest ook wel, vandaag gingen ze op vakantie. Je moet opstaan, over een uur komt de bus al. Mama bleef in de deuropening wachten tot Steffie het dekbed afgooide. Laat je bed maar open liggen, zei ze. En doe me een lol, gooi geen extra dingen meer in je koffer. Steffie gaapte. Afgesproken. Jahaa, Steffie rekte zich zover mogelijk uit. Haar armen en benen stonden er helemaal strak van. Dat gaf zo’n lekker gevoel, daar ging je hele lichaam van kriebelen. Ze probeerde het zolang mogelijk vol te houden. Toen het niet meer kriebelde, zwaaide ze haar benen uit bed en bleef even op de rand zitten.

Ze had geen idee wat voor extra dingen mama bedoelde. De koffer was gisteren al gepakt. Voor haar hoefde er verder niets meer mee. Behalve Millie natuurlijk. Maar Millie was geen extra ding, Millie was haar lievelingspop. Die ging overal mee naar toe, zolang ze zich kon herinneren. Op de stoel lagen haar kleren klaar. Warme kleren. Die waren voor vandaag en voor de terugweg. Over veertien dagen was het vast nog koud in Nederland. Misschien lag er wel sneeuw. Raar vond ze dat. Op Tenerife was het nu 25 graden Celsius. Dat had ze samen met haar vader in de krant opgezocht. Even de kou ontvluchten! Zei papa. Steffie hield wel van de kou. Maar ze vond het niet erg om weg te gaan. Het was thuis ongezellig, zonder kerstboom. Zonde om een boom te kopen, vond papa. Wij gaan weg. En opa en oma komen niet logeren. Lekker een keertje de drukte ontvluchten, antwoorde mama. Ze zat in haar schommelstoel met haar baby Bobbie op schoot. Zo schommelde ze hem in slaap.

Ik ga vast naar buiten, zei Steffie. Ze hing Millie in
kaart1
een draagzak over haar jas. Blijf wel in de buurt! Riep mama haar na. Wij hebben geen tijd om je te gaan zoeken. Het was nog donker. En koud. Steffie ging hinkelend het tuinpad af om warm te worden. Uit haar mond en neus kwamen grote stoomwolken. Ze ging steeds sneller hinkelen. Ze probeerde om haat eigen stoom in te halen. Millie schudde op en neer op haar borst. Bij de stoeprand bleef Steffie hijgend staan. Ze keek rond. In het huis van de buren waren de gordijnen open. De lampjes in de kerstboom brandden. Mooi. Ze keek naar de overkant van de straat. Overal waren de gordijnen open. Het was een leuk gezicht. Achter de ramen was een kerstboom te zien. Grote en kleine bomen, met en zonder piek. Allemaal bomen met lampjes en ballen. Het zag er in al die kamers gezellig uit. Dat kwam vast door de kerstboom. Er klonk lawaai. Stemmen een heleboel stemmen. Nieuwsgierig begon Steffie in de richting van het geluid te lopen. De stemmen klonken heel hard en opgewonden. Ineens ging ze hollen. De mensen stonden op de hoek. Bij het huis van haar vriendin. Samira! Steffie kon er niet langs. Er stonden te veel mensen. Ze vormden met zijn allen een grote boog rond de voordeur. Steffie probeerde tussen de mensen door te kruipen, voor te dringen. Schande dat deze mensen uit Nederland weg moeten, zei een mevrouw. Weg? Samira weg? Hoe kon dat nou? Samira wilde toch helemaal niet weg? Ik ga niet mee, ik ga mij gewoon verstoppen! Dat had ze pas nog gezegd. Dit gezin woont hier al jaren! Zei een mannenstem. Alle kinderen zijn in Nederland geboren! Riep een vrouw.

Samira moest wel weg! Stond er daarom een busje bij hun huis? Zouden zij ook naar Schiphol gaan? Steffie wrong zich tussen een paar mensen in zodat ze het beter kon zien. Volgens mij gaan ze het land helemaal niet uit! Riep iemand. Ze gaan vast onderduiken. Gelijk hebben ze! Daar kwam Samira’s moeder met de kleintjes. Ze klommen met zijn drieën in de bus. Plotseling hoorde Steffie de stem van haar eigen moeder. Ze klonk boven iedereen uit. Ze riep niet, ze schreeuwde. Steffie, Steffie! Mama had een stem om mensen wakker te krijgen. Iedereen keek. Maar daar trok Steffie zich niets van aan. Ze wilde eerst Samira zien. Ze móést Samira zien. De bus naar Schiphol kon haar niets meer schelen. Ze zetten zich schrap en duwde met alle kracht de laatste mensen aan de kant. Tot ze midden in de kring stond. Vlak bij de voordeur. Gelukkig, daar kwam Samira aan. Ze had een grote tas in haar hand. Met haar andere hand veegde zij de tranen uit haar ogen. Steffie vond het zo zielig dat ze meteen begon te huilen. Samira gaat weg, weg uit Nederland, dat zag je zo. Steffie! Ze kon niet blijven wachten. Dat hoorde ze aan de stem van haar moeder. Maar Samira keek zo verdrietig! Steffie wilde iets voor haar doen. Ze wilde haar vriendin troosten. Maar ze wist niet hoe. Ze schoof Millie aan de kant om een zakdoek uit haar jas te pakken. En toen wist ze het ineens. Ze wist hoe ze Samira kon troosten.

Steffie1
Ze ging haar iets geven! Steffie werd er helemaal warm van. Wat een geluk! Ze wist wat ze Samira ging geven! Ze stond vlak naast Samira. Snel liet ze Millie met haar draagzak en al van haar schouders glijden. Hier! Zei ze. Voor jou! Ze hield de pop voor zich uit. Millie? Zei Samira met haar zachte stem. Steffie knikte. Ze duwde de pop in haar handen. Samira hield Millie voor zich uit, net zoals Steffie had gedaan. Steffie! Ze keek om. Papa en mama stonden achteraan, tussen de mensen. Ze maakten gebaren met hun armen dat ze moest komen. Met een zucht duwde Steffie de pop tegen Samira aan. Haastig sloeg ze de armen om haar heen en gaf haar een dikke zoen op haar beide wangen. Toen draaide ze zich om en rende weg. De mensen gingen allemaal aan de kant om haar door te laten. Dat was lief van je. Mama gaf haar een zoen op haar wang. Absoluut, dat vindt ik ook. Papa stak zijn duim omhoog. Een eindje verderop stond Steffie stil om nog één keertje om te kijken. De kring was nog niet gesloten. De mensen keken haar na. Midden in de kring stond Samira. Ze had de pop met één hand tegen haar borst gedrukt. De andere hand hield ze omgekeerd tegen Millie’s rug. Die hand ging heen en weer. Ze zwaaide. Heel langzaam.

Ingezonden door Suzan de Boe.