Eens gingen de bomene een koning kiezen

 Eens gingen de bomen een koning kiezen.
ondernemen-bos-bomen-wendy-koning-1
Na een poosje gebeurde er dit: Abimelech de zoon van Gideon ging naar Sichem om zijn ooms en zijn familie die daar woonde op te zoeken. Hij sprak met al zijn familieleden, en zei tegen hen: Wat lijkt jullie nu beter: dat zeventig mannen over jullie de baas zijn, of al die zonen van Gideon, of dat één man het heft in handen heeft? Bedenk daarbij dat ik je bloedeigen neef ben! De ooms van Abimelech dachten er over na. Zijn voorstel kwam hen niet zo gek voor, en dat zeiden ze ook tegen de burgers van Sichem.Ten slotte kozen ze allemaal partij voor Abimelech; want zeiden ze hij is familie van ons. Ze gaven hem zeventig zilverstukken. Met dit geld huurde Abimelech een bende wilde jongens die tot alles in staat waren. Zo kwam hij in het huis van zijn vader in Ofra. Daar sloeg hij al zijn broers alle zeventig het hoofd af. een vreselijke bloedbad. Alle burgers van Sichem werden bij elkaar geroepen. Iedereen was er. En natuurlijk maakten ze Abimelech tot koning. Ze bewezen hem eer en riepen: Leven de koning! Dat werd Jotam gemeld. Hij trok er op uit klom de berg Gerizim op en ging op de top staan, zette zijn stem uit en riep tegen de mensen beneden: Luister burgers van Sichem! Dan zal God naar jullie luisteren: Ik weet een verhaal! Eens op een dag gingen de bomen een koning kiezen, en ze zeiden tegen de olijfboom: Wees koning over ons! Maar de olijfboom antwoorde: Moet ik dan ophouden olie te geven? Waar goden en mensen elkaar mee van dienst zijn? En dat alleen om een beetje boven jullie de bomen te zweven? De bomen zeiden tegen de vijgenboom: Jij dan, wees jij koning over ons? Maar de vijgenboom antwoordde: Moet ik dan ophouden mijn zoetigheid te geven, mijn mooie gave vruchten en dat alleen om een beetje boven jullie de bomen te zweven? De bomen zeiden tegen de wijnstok: Jij dan wees jij koning over ons! Maar de wijnstok antwoordde: Moet ik dan ophouden mijn wijn te geven die goden en mensen verheugt? En dat alleen om een beetje boven jullie, de bomen te zweven? De bomen zeiden tegen de distel: Jij dan wees jij koning over ons! De kale distel zei tegen de bomen: Als jullie mensen en mij werkelijk tot koning zalven kom dan maar en schuil in mijn schaduw! Maar zo niet: dan zal vuur uit de distel schieten en de ceders van de libanon verkolen! Een distel en schaduw? Onderbrak er iemand verontwaardigd. Nee zoiets. Wat verbeeld die distel eigenlijk wel… Joram beduide dat het stil moest zijn. Maar twee mensen knikte goedkeurig toe. Meteen ging hij verder: Jotam was klaar met zijn verhaal. Welnu, riep hij tegen de mensen aan de voet van de berg: Nu moeten jullie zelf maar zeggen als jullie echt en eerlijk gemeend hebben toen jullie voor Abimelech tot koning uitriepen. Als je vindt dat je met zo moet doen dat Gideon en zijn familie recht gedaan hebt, als je vindt dat je hem behandeld hebt zoals hem toekwam, hij, mijn vader, die zijn leven op het spel zette om jullie uit handen van Midian te redden dan heb ik niets te zeggen. Maar jullie zijn vandaag in het huis van mijn vader binnengevallen je heb zijn zoons vermoord, zeventig maar liefst, op één enkele steen en je hebt Abimelech de zoon van een dienstmeid over de burgers van Sichem tot koning uitgeroepen omdat toevallig familie van jullie is. Nu als je vindt dat je op die manier recht hebt gedaan aan Gideon en zijn huis dan heb je mijn zegen. Veel plezier dan met Abimelech en hij ook bij jullie. Maar zo niet: dan zullen Abimelech en de burgers van Sichem elkaar vernietigen. Toen draaide Jotam zich om en liep weg. Hij vluchtte en week uit naar Bersjeba. Daar ging hij wonen om het gezicht van Abimelech zijn broer niet meer te zien. Want hij was bang voor hem.
Ingezonden door Suzan de Boe,