Engeltje

Engeltje. ( Geschreven door M.A.T.C Koorevaar Schoonhoven ).
School
Ik wil niet naar school! Zegt Engeltje tegen haar moeder. Moeder kijkt haar aan. Zou Engeltje er tegen op zien om alleen “stille nacht te zingen met kerstfeest? Daar hoef ze toch niet over in te zitten, ze moet wel een beetje flink zijn! Kom Engeltje. Je bent niet ziek en dan kun je zo maar niet thuisblijven. Nu moet je snel opschieten want anders kom je nog te laat op school. Engeltje merkt dat moeder het meent. Je kunt niet zomaar thuis blijven als je niet ziek bent, en zij is tenslotte niet ziek. Maar moeder weet niet hoe zij zich van binnen voelt, hoe ze er tegen op ziet om naar school te gaan…

Ze staat op en loopt naar de gang. Moeder heeft haar tas al ingepakt. Ze doet haar jas aan en zegt moeder gedag. Moeder waarschuwt nog dat het bijna half negen is, ze moet echt doorlopen dan valt de deur dicht. Ze zwaait nog even naar moeder die voor het raam staat. Dan steekt ze haar handen in haar zakken en gaat ze op weg. PFFT.. wat een wind… wat waait het hard zeg! Ze moet doorlopen maar dat gaat bijna niet meer met die wind. En… ze wil ook niet doorlopen want… ze wil niet naar school, ze is bang… Bang voor die vervelende jongens die bij haar in de klas zitten. Altijd plagen ze haar. Niet omdat ze niet goed kan leren, niet omdat ze niet goed kan zingen… Dat kan zij juist heel goed, als het kerstfeest is mag ze alleen Stille Nacht zingen. Plagen doen de jongens dan omdat ze niet goed kan gymmen? Nee, die nare jongens plagen haar om haar …naam!
Waarom heet ze ook Engeltje en niet Maria of Jolanda of Sietske. Er is toch niemand die Engeltje heet! Moeder zegt dat ze zo heet omdat oma ook zo hete.
school. Ze gaat rechtsaf naar het Zwanenpark. Achter in Ze is vernoemd naar haar oma! Zou oma het wel een mooie naam gevonden hebben? Nou, zij in ieder geval niet! Ze wordt er altijd mee geplaagd! En daarom wil ze niet naar school. Plagen doet zo’n pijn van binnen.

Opeens krijgt Engeltje een idee. Ze staat stil en kijkt om zich heen. Ze ziet geen kinderen meer die ook naar school gaan. Die zijn er natuurlijk al, zij was al zo laat! Ze moet hier linksaf, maar… dat doet ze niet! Engeltje heeft een besluit genomen. Ze gaat vanmiddag niet naar het park is een hoog hek, en achter het hek staat de oude houtloods van Timmerfabriek Bos. Je kunt niet over het hek heen klimmen. Maar Engeltje weet dat er een gat in het hek zit. Ze kan daar precies door kruipen. Ze heeft dat wel eens ieder gedaan, samen met haar vriendinnetje Lydia. Ze zijn in de oude schuur gaan kijken. Er lagen stapels hout en daar achter was een trap. Ze waren naar boven gegaan en ontdekten een kamertje met een tafel en een paar stoelen. Ze hadden daar heerlijk gespeeld en niemand had hun gezien. De schuur wordt al jaren niet meer gebruikt! Daar zal ze zich verstoppen, ze gaat écht niet naar die rare school. Wat waait het hard. De takken van de bomen in het park zwiepen heen en weer. De lucht ziet  grijs en het begint een beetje te regenen. Gelukkig, daar is het hoge hek. Ze zoekt het gat. Ah.. daar is het. Nu gauw er door. O nee.. eerst de tas van haar rug. Ja, ze past er precies doorheen.

Engel
Ze loopt snel naar de loods. De oude deur is open gewaaid en klappert hard heen en weer. Ze glipt naar binnen en loopt tussen de stapels hout door naar de trap. Ze  gaat naar dat kamertje en daar zal ze vandaag  blijven. Hè, hè, ze is er. Ze doet haar jas uit en gaat bij de tafel zitten. Het lijkt wel of het steeds harder gaat waaien. De balken van de oude loods kraken, ze hoort de deur nog steeds klapperen. Nu zit Engeltje hier hele maal alleen en … ze voelt zicht niets op haar gemak, ze is bang! Bang voor de wind, bang om naar school te gaan waar de jongens van de klas haar steeds stiekem zitten te plagen. Maandag ging de juf uit de Bijbel vertellen van Zacharias in de tempel. De engel Gabriël kwam bij hem…Opeens had Engeltje een duwtje tegen haar rug gevoeld. Dat had Bart gedaan die achter haar zat. Hij fluisterde heel zachtjes: Engeltjes..? De juf merkte het niet, maar Engeltje had het wel gehoord. In de pauze waren Bart en Henk naar haar toegekomen en toen vroegen ze: Engeltje, kan jij ook vliegen net als Gabriël?. De andere jongens waren ook om haar heen komen staan en ze begonnen allemaal hard te lachen. Wat vond ze dat naar, ze moest bijna huilen. De meester van groep 7 had pleinwacht, hij zei: Jongens geen meisjes plagen, ga gewoon spelen! Toen durfden ze niet meer en waren gelukkig weer gaan spelen. Maar gisteren vertelde de Juf van Maria. Daar kwam de engel Gabriël ook met een blijde boodschap. Maria zou de moeder worden van de Heere Jezus! Bart gaf nu een schop tegen haar stoel en Henk had zich half omgedraaid en een lelijk  gezicht naar haar getrokken. In de pauze kwamen ze weer en toen… Engeltje wordt weer helemaal verdrietig, gisteren ging ze echt huilen!     

Misschien moet ze het toch tegen de juf vertellen, of tegen haar moeder. Oh.. wat gaat die wind tekeer! Het is hierbinnen zo donker, het lijkt wel nacht! Ze moet opeens aan het lied denken dat ze op het kerstfeest moest zingen: Stille nacht. Nou deze nacht is niet zo stil. Hoor eens hoe alles kraakt in haar kamertje. En.. wat is dat?.. wat hoor ze daar?.. Het zijn stemmen, mannenstemmen. Ze klinkt bezorgd. Dat gaat niet goed, als de loods maar niet instort! Ach joh, het heeft toch wel vaker gewaaid! We moeten een paar planken halen van de baas en dan gauw weer weg. Engeltje kruipt onder de tafel van angst. Straks komen die mannen naar boven, wat moet ze dan zeggen? Ze hoort dat er met hout gesleept wordt. Ze hoort de mannen roepen tegen elkaar: Pas op! Ze hoort gekraak, en gil, en dan.. AU!! Het wordt zwart voor de ogen van Engeltje…

Alle kinderen van groep 5 zitten op hun plaats, hun armen over elkaar. De juf kijkt de klas rond. Hè de stoel van Engeltje is leeg. Zou ze ziek zijn? Juf vraagt aan Lydia of ze weet waar Engeltje is, maar Lydia weet het niet. Misschien is ze ziek?...De juf begint met een gebed en gaat dan uit de Bijbel vertellen. Over Jozef, hij wilde stiekem weggaan bij Maria. Maar toen kwam een engel bij Jozef. Henk kijkt om naar Bart, ze grijzen even naar elkaar. Jammer. Engeltje is er niet anders… Opeens schieten alle kinderen van de klas overeind. Er klinken sirenes.. politie, brandweer. ziekenauto! Er is vast iets ergs gebeurd! Als de juf klaar is met vertellen moeten de kinderen een tekening maken over de vertelling. Fijn, tekenen! Ze vergeten de sirenes. Als de kinderen tekenen loopt de Juf naar de telefoon. Ze belt naar de moeder van Engeltje om te vragen of ze ziek is. Wat zegt u? vraagt Engeltjes moeder, is ze niet op school?? Ze wilde eigenlijk niet naar school, maar omdat ze niet ziek was heb ik haar wel naar school gestuurd. Ik zei nog dat ze door moest lopen omdat het al bijna tijd was. Weet u waarom ze niet naar school wilde? En waar zo ze dan nu kunnen zijn? Vraagt de juf. Ik weet het echt niet! Maar ik ga direct zoeken! Engeltje s moeder legt de telefoon neer en trekt haar jas aan. Waar moet ze zoeken?? Ze loopt de straat uit en kijkt overal. Maar waar ze ook kijkt, waar ze ook vraagt.. ze vindt Engeltje niet! Ze heeft daar net wel sirenes gehoord, automatisch loopt moeder de richting waar dat geluid heen ging. Ze komt bij de oude loods van de timmerfabriek. Oh wat erg! De loods is ingestort. Iemand zegt: Er waren net twee mannen om wat hout te halen. Ze zijn onder het puin terecht gekomen! Moeder vindt het heel erg, maar ze vindt het nog veel erger dat ze Engeltje niet kan vinden. Waar zou ze zijn? Waar moet ze zoeken?

Opeens krijgt ze een idee. Ze vraagt het aan de politieagent die daar staat. Mijn dochter is weg, ze ging naar school maar ze is daar niet aan gekomen! Kunt u mij helpen? De agent kijkt moeder aan en zegt: Jawel, maar we zijn hier eerst nodig, dat begrijpt u wel. Zegt u maar waar u woont, als we hier klaar zijn komen wij u helpen. Moeder zegt het adres en loopt met haar handen diep in haar zakken weg, naar huis. Wat waait het toch hard. De loods van de timmerfabriek is helemaal ingestort! Engeltje zou toch niet in een sloot gewaaid zijn? Als ze thuis is belt ze de moeder van Lydia misschien weet die iets? Maar die schrikt heel erg en zegt dat ze ook gaat zoeken.

Na ruim een uur wordt er aangebeld. Als moeder de deur open doet ziet ze twee agenten die een grote speurhond bij zich hebben. Hebt u een kledingstuk van uw dochtertje? Dan kan de hond er aan ruiken en het spoor zoeken! Moeder pakt een trui van Engeltje. De agent laat de hond er aan ruiken. De hond begint meteen aan de riem te trekken. Mogen wij mee? Vraagt moeder. De agenten vinden het goed. De hond loopt de straat uit en gaat dan de richting van het Zwanenpark op. De agenten en de moeders volgen. De kleine optocht gaat het hele Zwanenpark door tot ze bij het hoge hek komen. Nu staat moeder voor de tweede keer bij de houtloods die ingestort is. Dit kan toch niet zegt ze tegen de agenten. Wat moet Engeltje hier doen, ze kan hier toch niet zijn? Dan wijst één van de agenten naar de grond. Ziet u voetstappen, ze zijn van u kind! Ze zijn nog vers, maar we kunnen hier niet verder. Dat gat is te klein voor ons, we zullen rond moeten lopen. Als ze aan de andere kant bij de houtloods aan komen begin de hond te blaffen. De agenten kijken elkaar aan. De twee mannen hebben ze onder het puin vandaan gehaald. Zou er nog iemand liggen, zou dat kind hier ook geweest zijn? Dan geeft moeder een gil. Daar… daar ligt Engeltje tas! De agenten piepen de brandweer en de ziekenauto nog een keer op. Hier kan wel iets ernstig gebeurd zijn…

Even later zijn de brandweermannen druk bezig met opruimen., dan tillen ze een zware balk op en daar… daar ligt Engeltje. Haar hoofd zit onder bloed, haar been ligt heel raar. Gelukkig dat de ziekenauto er al is. Heel voorzichtig wordt Engeltje op de brancard gelegd en in de ziekenauto gebracht. Moeder stapt ook in de ziekenauto. Even later rijdt de ziekenauto met zwaailicht en sirene weg. De moeder van Lydia denkt even na, dan draait ze zich om en gaat naar school. Ze tikt aan de deur van groep 5. De juf komt de gang in, ze is zo ongerust! Ook de kinderen van de klas zitten in spanning. Lydia’s moeder verteld dat Engeltje gevonden is. Ze is gewond naar het ziekenhuis gebracht. Meer weet ze nog niet. De juf en de klas zijn blij dat ze iets weten!

Later komt de directeur in groep 5. Hij zegt: Engeltje ligt in het ziekenhuis. Ze heeft een wond aan haar hoofd en een hersenschudding. Ze heeft ook een gebroken been en ze heeft veel blauwe plekken. Engeltje heeft tegen haar moeder verteld dat ze niet naar school durfde en daarom was ze weggelopen. Maar de moeder van Engeltje begrijpt niet goed waarom ze niet naar school durfde. Weet iemand hier in de klas daar soms iets van? De directeur kijkt met strenge ogen de klas rond. Hij ziet dat Bart en Henk een rood gezicht krijgen. Lydia begint te huilen. De directeur vraagt dan aan Bart en Henk. Weten jullie hier meer van? Bart antwoordt: ik eh.. wij … we hebben haar geplaagd omdat ze Engeltje heet. Ik eh.. dat vindt ik zo’n gekke naam. De directeur trekt een boos gezicht  Je plaagt iemand toch niet met zo’n mooie naam? Daar kun je iemand heel veel pijn mee doen. Ik denkt dat jullie niet eens  weten wat Engeltje betekent. Deze naam betekent heel mooi! Maar jullie behandelden Engeltje helemaal niet zo. Het doet me denken aan het Kerstprogramma. De Heere Jezus kwam op aarde en Hij had heel veel namen, mooie namen! De mensen waren eerst wel heel nieuwsgierig wie Hij was en ze volgden Hem. Maar later gingen ze Hem haten, ze lieten Hem doden aan het kruis. Als wij Zijn naam kennen, zal er vrede in ons hart komen. En als je die vrede in je hart hebt, zal niemand plagen om zijn naam. Maar jullie deden dat wel. Daarom hebben jullie straf verdiend. Jullie moeten eerst alle afgewaaide takken op het school plein opruimen. Dan gaan jullie vanmiddag samen bij Engeltje op bezoek in het ziekenhuis. Jullie gaan zeggen dat je er spijt van hebt. En vergeet dan niet iets lekkers voor haar mee te nemen…

Engeltje zal nog niet op het kerstfeest kunnen zijn, iemand anders moet dan Stille nacht zingen. Bart en Henk, zouden jullie dat lied durven zingen in de kerk? De jongens krijgen opnieuw een kleur en Bart zegt zachtjes. Dat is goed meester. Maar… dan moet wel iedereen mee zingen

Ingezonden door Suzan de Boe.