Marcus 6: 34-44


marcus6
Ik heb een droom; “Ik zie de kinderen van slaven met de kinderen van slaven-eigenaren zitten. Aan een tafel met elkaar het voedsel delen.”
Wordt dat visioen van Martin Luther King ooit werkelijkheid ? Is het geen illusie dat ook de afgejakkerde en weggegooide mens een plek vindt om er bij te horen: om op te leven van een goed woord en het goed te hebben met anderen.In het evangelie van vandaag begint Jezus Messias deze droom te verwezenlijken. Tegelijk blijkt uit de vragen en de opmerkingen van de leerlingen en de antwoorden van Jezus hierop, dat de gedroomde en intens verlangde toekomst op een wel heel andere manier doorbreekt dan wij verwachten.Als wij naar Jezus opkijken als de man die het voor ons wel zal klaren, weigert Hij aan die verwachting te voldoen.

Geven jullie hen maar te eten! zegt Hij tot zijn leerlingen die vol van zorg zijn om al die hongerende mensen en er op aandringen dat Hij hen naar huis stuurt.

Het gaat er om dat wij ons niet van de problemen afmaken en zo op afstand blijven staan van de mensen in nood. De droom wordt alleen maar werkelijkheid als we er zelf zorg voor dragen.De toekomst die met Hem aanbreekt is dan ook niet voor geld te koop. Wat hebben jullie zelf ? vraagt Hij. Geld ertegen aan gooien brengt mensen niet bijeen. Je moet iets van jezelf geven: delen met anderen. Maar het is zo weinig wat we hebben, zeggen we dan. Wat zijn nou vijf broden en twee vissen?

marcus6

Wat kunnen wij nu met onze goede wil veranderen aan een wereld waar de grote bazen de wet stellen? Is de nood niet duizend keer groter dan onze inspanningen? Jezus laat ons praten, Hij neemt eenvoudig in Zijn handen wat wij hebben. Hij zegent het en laat het ons ronddelen. En dan gebeurt het: door Zijn woord, omdat Hij erbij is, kan dat kleine beetje wat we hebben het verlangen van duizenden vullen.

Laten we dat dit nieuwe jaar 2015 maar eens gaan doen.
Geloven in de toekomst betekent dan voortaan: vertrouwen in wat we zelf kunnen, omdat Hij erbij is.