Het lied van Pasen.
De Forsythia geelt
ontsproten uit de wintergrond
terstond zingen vogels
.--------------------------------------
het lied van Pasen
De Verrezene heeft
Zijn doodskleed afgelegd
en zegt ons Hel Leven aan
we gaan op weg naar de wijngaard
houtachtig gewas kruipt
over gegroefde grond
De Gaardenier bond
Het tot ranken
vruchten werden wijn
gedronken aan een tafel
waar armen en ontheemden
de genodigden zijn.
Ingezonden door Suzan de Boe.
De mensen van voorbij
De mensen van voorbij
wij noemen ze bij namen.
De mensen van voorbij
wij noemen ze bij namen.
Zo vlinderen ze binnen
In woorden en zinnen
en zijn wij even bij elkaar
aan ’t einde van het jaar.
-------------------
De mensen van voorbij
zij blijven met ons leven.
De mensen van voorbij
ze zijn met ons verweven
In liefde, In verhalen.
die wij zo graag herhalen,
in bloemengeuren, in een lied
dat opklinkt uit verdriet.
-------------------
De mensen van voorbij
zij worden niet vergeten.
zijn in een ander weten.
Bij God mogen ze wonen,
daar waar geen pijn kan komen.
De mensen van voorbij
zijn in het licht, zijn vrij.
Ingezonden door Suzan de Boe.
Zoek niet verder
Je verwonderen
over het gewoonste,
het spelen van het licht.
het strelen van de wind.
de openhartigheid van een bloem,
het gezoem van een bij,
zoek niet te ver,
je zit vlak bij het vuur,
het geheim dat leven heet.
het liefste het warmste geluk
iedere dag weer
ligt het voor de hand.
Ingezonden door Suzan de Boe.
In de stilte
In de stilte.
zoeken mijn gedachten
naar woorden die spreken
naar woorden die zeggen
wat ik diep in mij voel.
-----------
in de stilte wil ik alleen zijn
wil ik alleen kunnen
denken aan wat ik beleef
met het oog op morgen.
----------
In de stilte zoek ik een uitweg
zoek ik een uitzicht
een hand die mij trekt
in het licht van de toekomst
Ingezonden door Suzan de Boe.
Pinkstergeest
We kunnen zomaar onbedeesd,
na al wat is geweest,
de deuren gaan ontsluiten.
We zijn niet langer meer verweesd
nu God op ’t Pinsterfeest
zijn heilfontein laat spuiten.
En deze Gave, die het meest,
als medicijn geneest,
vermag geen macht te stuiten.
Ze maakt het leven tot een feest;
geschoeid op nieuwe feest
begint zich dat te uiten.
We treden daarom onbevreesd,
beveiligd door zijn Geest,
Vrijmoedig lijk naar buiten.
Ingezonden door Suzan de Boe.
Pasen
Akkers
Omgeploegde akkers
lagen te wachten op nieuw zaad
de gure wind schuurde laag
over de grond, stoeide wat in het ’t rond
maar hield zich stil, toen over
“t woeste veld een rauwe kreet weerklonk
---------------------
Mijn God, mijn God waarom
hebt U mij verlaten?
---------------------
de hemel kleurde zwart
geen ster die blonk
de aarde beefde
----------------------
en ieder wist terstond
dat aan het houten kruis
de Man uit Nazareth
zijn bitterst uur door leefde.
Ingezonden door Suzan de Boe.
Adem van God
Tijd zomaar gekregen.
Adem van God
De God van alle tijden,
die heeft gezien voordat we waren
en vasthoudt voorbij
het laatste lijden.
Tijd van zaaien, en stekken steken,
druiven plukken, nieuwe wijn:
Lachen armen dansend
Vrolijk zijn.
Tijd. van sterke werkershanden,
macht in wind vervlogen;
oude woorden, in de nacht
een kleine ster op stille stranden.
Tijd van vuur
gesmolten zwaarden
witte dauw in de woestijn.
Ik zal er zijn
In ’t stof geschreven.
Zomaar.
Tijd. van leven:
tintelend wonder
Gewoon, zo bijzonder
Een wereld van tijd
Zomaar gekregen.
In gezonden door Suzan de Boe.
Herfst
De bloemen sterven in de tuinen
een trage, maar gestage dood.
De bomen dragen in hun kruinen,
weer sluiers, bruin geel en rood.
Er hangt een sfeer van stil berusten
in wat nu haast te komen staat,
alsof de zon de knoppen kuste:
het gaat niet meer, je komt te laat.
De somberheid der grauwe luchten,
de geur van nat en rottend mos,
de laatste roos, de laatste vruchten,
’t maakt al een weemoed in ons los.
Zal dat de laatste winter wezen,
waar al die schoons in ondergaat?
Hoe vaak een herfst nog Heer, na deze,
die zoveel keuren achter laat?
Er vaart een heimwee door de hagen,
verwachting ritselt overal.
Welk jaartal zal die herfstdag dragen
waarop Uw lente komt zal?
Ingezonden door Suzan de Boe.
De eerste kreeg er vijf...
De eerste kreeg er vijf…. ( geschreven door C. Bronswijk ).
De eerste kreeg er vijf, de anderen twee en één:
talenten om te zijn, niet voor zichzelf alleen.Want wie hier leeft op aarde voor eigen lust en eer,
begraaft het zonnelicht, verbreidt geen leven meer.
Maar hij die geeft en deelt met blijde, gulle hand,
zijn leven wordt vervuld met tekens van Gods land.
En wie met liefde werkt, het kleine uitvergroot
en méér ziet dan zichzelf, brengt leven in de dood.
Gezegend is de mens, die weet van het talent,
Van liefde, hoop, geloof: hij is God toegewend.
Ingezonden door Suzan de Boe.
Gods voorzienigheid.
Gods voorzienigheid. ( Geschreven door M.A. Groeneweg – Reuver ).
Alles in mijn leven staat onder Gods voorzienigheid,
Hoe de weg ook wordt geleid.
en waar deze henen gaat,
’t ligt besloten in Gods raad.
Wat Hij over mij beslist dat zal enkel wijsheid zijn,
God is groot en ik zo klein.
Nimmer heeft Hij zich vergist,
niets gebeurt wat Hij niet wist.
Heer, wat mij ook wedervaart leer mij ’t geven in Uw hand,
wordt ‘k door vragen overmand.
En door zorgen zeer bezwaard,
maak mij angstig hart bedaard.
Dat ik mij, getroost en stil,
overgeef Heer, aan Uw wil.
Ingezonden door Suzan de Boe.
Pinksteren
De Heilige Geest is:
door de holten van het gemis
van het menselijke bestaan
wakkert de wind weer aan
uit het land van achter de horizon
waar Adam spitte en Eva spon.
De heilige Geest begint
met die gedreven wind,
en dan ziet men het licht en puur
op de hoofden tongen van vuur
ontstoken aan een onzichtbare zon
die in het hart van God begon.
De Heilige Geest is het licht
dat een hemel op aarde sticht,
vrede en liefde voor alle mensen
boven bidden en boven wensen,
en in hun hart de Schepper Zon,
waarmee de wereld begon.
Ingezonden door Suzan de Boe.
Eeuwig thuis.
Als Gods kind’ ren sterven
mogen ze erven
hun gelukkig lot.
Alles dan te boven
gaan ze juichend loven
een drieenige God
Jezus, heeft hen opgezocht
Met zijn dierbaar bloed gekocht.
Juub’lend prijzen ze het lam
Dat hen tot Zich nam
Als Gods kind’ ren scheiden
stopt voorgoed hun lijden.
Alles is voorbij
Smart om al hun zonden
wordt nooit meer gevonden.
Zalig zijn ze vrij!
Jezus, die zijn leven gaf,
droogt nu Zelf zijn tranen af.
Eeuwig zijn ze bij Hem thuis
in het Vaderhuis.
Goede vrijdag
Goede vrijdag. ( Geschreven door Jan Groenleer.)
Heer, uw handen, ruw geschonden,
wreed doorboord en lamgelegd,
bloedende uit diepe wonden,
alles volgens geldend recht.
Bitterheid heb U gedronken,
hoog verheven, bovenaards.
Spijkerhard in hout geklonken,
wijst uw voetstap nederwaarts.
Als uw zijde wordt doorstoken
en er bloed en water vloeit,
zijn uw ogen al gebroken.
Stervend bent U volgroeid.
Tot een mens, de meest verachte,
spiegelbeeld van wie ik ben;
Lam dat zich voor mij liet slachten;
offer waar ik nooit aan wen.
Bij Johannes 18: 1-19:42.
Ingezonden door Suzan de Boe.
Nieuwjaar
Nieuwjaar. ( geschreven door Nel Anderweg- van Brakel ).
Het oude jaar is voorbij gegaan.
We hebben diepbewogen,
Rondom de kribbe van Jezus gestaan
met het nieuwe jaar voor ogen.
En in de kerk en eigen huis
gesproken en gezongen.
van Christus’ geboorte en zijn kruis
Zowel de ouderen als de jongen.
‘Vrede op aarde’ te middernacht
zongen engelen in Bethlehem.
Op Golgota klonk: Het is volbracht!
en dat was Jezus stem.
Als kaarsen zijn gedoofd,
het nieuwe jaar is begonnen.
Voor wie in Jezus Christus gelooft.
heeft Hij de dood overwonnen.
Ingezonden door Suzan de Boe.
Lucas 24: 35-48
Daar loopt de Tora, is een joodse uitdrukking die van toepassing is op mensen die de richting opgaan, voorgehouden door God. Het wordt gezegd van de mens die de Tora belichaamt, hem in zijn of haar dagelijks leven in doen en laten gestalte geeft. De rechtvaardige, die in de psalmen bezongen wordt.
Jezus was zo’n rechtvaardige, zo’n rondwandelende Tora, zo’n vleesgeworden Woord. En Hij was dit bij uitstek: in Hem zijn wet en profeten uiteindelijk vervuld. Hij was niet een vleesgeworden woord, maar het vleesgeworden Woord .Was…want tot het uiterste toe gaan, betekent ook: sterven. Het Woord van God tot het laatste toe belichamen, gestalte geven, betekent ook: gekruisigd worden, verliezen.
Maar dan gebeurt het onvermoede: De leerlingen blijven Hem, over de dood heen, herkennen, in het breken van het brood, in het gebaar van het delen. Hij blijft tastbaar, voelbaar, in ons midden aanwezig om ons vrede toe te wensen. Wie Hem volgt, jaagt geen hoog, onstoffelijk, geestelijk ideaal na. Waar Hij aanwezig is, nu nog, verschijnen geen waanbeelden. Waar Hij verschijnt, daar is een mens, die honger heeft en vraagt om eten.
Psalm 137
Psalm 18 : 26 – 30
Er trekt een stoet door de wereld.Een stoet van feestgangers. Ze laten sporen van Licht achter, want ze dragen een lamp in hun handen. Zij hebben de stem van de Bruidegom gehoord die hen nodigt op het bruiloftsfeest. En zoals de bruidsmeisjes en jonkers bruidssuikers ronddelen, delen zij brood uit aan de armen rondom. Richten zij tekenen van gerechtigdheid op. Zoeken de Vrede en ruimen een plekje in voor wie zich eenzaam en alleen voelen.
Maar zonder olie kunnen de
lampen niet brandende blijven. De olie die dat licht moet blijven ontsteken is het geloof. Maar dat geloof heeft steeds nieuwe voeding nodig. Zoals een vrouw/man niet hun hele leven kan blijven teren op die ene kus, of die ene keer dat een partner liefde heeft uitgesproken, zo kan het geloof niet blijven teren op die ene preek die ons zo diep getroffen heeft. En wij blijven elkaar toch rond de preekstoel ontmoeten om nieuw voedsel te ontvangen. Zoals de sluier het hoofd van de bruid siert, zo wordt ons hoofd met een stralenkrans getooid als de zegen van God over ons wordt uitgesproken. En in de stilte is daar de persoonlijke omgang met God zelf. Soms wankelt een van de feestgangers en de lamp dreigt uit handen te vallen. Maar de feestgangers houden elkaar overeind. Spreken elkaar moed in als de weg naar de feestzaal zo lang en zwaar lijkt te worden. Soms dwaalt er een af van de stoet. Maar de Bruidegom roept zelf ons bij onze namen. Hij blijft ons volgen met Zijn liefde en op de lokstem van die liefde keren wij weer terug. Soms bereikt een van onze geliefden eerder de feestzaal dan wij. Dat geeft dan zo’n verdriet, dat wij de lamp haast niet meer kunnen dragen en het licht bijna dooft. Tot wij door onze tranen heen de troost voelen dat het de Bruidegom zelf is met wie wij aan de feestdis mogen aanschuiven.
En heel langzaam keren wij ons licht weer naar de mensen toe. Anders dan de mensen die meelopen in deze feeststoet zijn zij, die grijpen naar de wapens om macht en dictatuur uit te oefenen. Dan wordt er gezocht naar een rijk dat ligt buiten het Koninkrijk
Maar de feeststoet houdt haar doel voor ogen. Al trekkend smeedt zij haar zwaarden om tot ploegscharen. Bruikbaar materiaal voor het koninkrijk van God.
Kom, laten wij dan meelopen met de stoet, want Hij die ons liefheeft is de Bruidegom.
De tempelreiniging
Voor zeer veel mensen heeft geloven geen of weinig betekenis meer. In onze samenleving speelt het geloof geen grote rol, beheerst het niet meer de harten en gedachten van mensen.
Ook zij die zeggen te geloven onderscheiden zich nauwelijks van hen die niet geloven. God lijkt afwezig, zijn aanwezigheid wordt niet sterk gevoeld. Als samenleving hebben wij geen tempel meer die het middelpunt vormt van ons samenleven.
Het ontbreken van dit middelpunt heeft veel mensen het gevoel van bevrijding gegeven: wij mogen eigen baas zijn.
Maar dit heeft ook een keerzijde. Mensen die geen middelpunt meer hebben, buiten zichzelf en binnen zichzelf, weten niet meer waar ze moeten gaan of staan. We leiden dan ook vaak een zwervend leven. Een gemiddelde relatie duurt vijf jaar.
Het valt ons zwaar om ons te binden aan mensen, taken en plekken.
Als gelovige wil je mensen weer een middelpunt geven: de aanwezigheid van God, die in de Schrift wordt verbeeld in de tempel. Maar als mensen nu juist het gevoel van bevrijding hebben, wijst dit er dan wellicht op dat wij van de tempel van de wijze waarop God onder ons vertoeft, een rovershol hebben gemaakt ? In de kerk, de gemeenschap van gelovigen, een plaats waar de mensen bidden tot God. Zich openen tot elkaar, breken en delen. Of is het eerder een plek waar het verwijtende vingertje wordt opgeheven, mensen elkaar bestrijden en vechten om de beste plaats ? Het is al eerder gebeurd dat de woonplaats van God onder mensen een rovershol werd.
Het reinigen van de tempel door Jezus doet pijn. Toch lijkt het goed te bidden dat de Heer van de kerk komt om haar, om ons, te reinigen. Op datzelfde moment wordt onze gelovige gemeenschap al weer een beetje een huis van gebed. Zo gaan we samen op weg om straks weer in een schoongeveegde kerk te mogen zingen van de lof des Heren.
Reisvaardig
Hoog aan de hemel begint het verhaal,
een teken, een tijding in vurige taal.
Slinkend, soms verdwijnend in donkerheid,
blinkend weer verschijnend in majesteit,
Het zenit mengt zich in ons bestaan,
een ster overkomt ons en vecht ons aan.
In het ochtendrouwen wint het geding,
slaat ons tot gezanten van Zijn fonkeling.
Licht dat van een Koning de belofte is,
sterker dan de grootspraak van de duisternis.
Het Woord
Stem van de Heer die tot het leven roept,
dat in Zijn woord besloten ligt
zoals de kiem ligt in het zaad
hoe vaak keerde mijn denken Uw woord van leven om en om.
ik weet dat ik ook nu niet verder kom:
mijn denken eindigt waar het woord begon,
het woord dat noemt wat het ook is:
licht in de duisternis.
Dit is een morgen als ooit de eerste
Dit is een morgen als ooit de eerste,
zingende vogels geven hem door.
Dank voor het zingen, dank voor de morgen,
beide ontspringen nieuw aan het Woord.
Dauw op de aarde, zonlicht van boven,
vochtige gaarde, geurig als toen.
Dank voor gewassen, grassen en bomen,
al wie hier wandelt, zie: het is goed.
Dag van mijn leven, licht voor mijn ogen,
licht dat ooit speelde waar Eden lag.
Dank elke morgen Gods nieuwe schepping,
dank opgetogen Gods nieuwe dag.
—--------
Zing van de geest
Zing van de Geest die ons brengt tot elkander,
die ons bevrijdt en geneest als geen ander.
Zing van de Geest die ons één maakt en goed,
die ons vooruit gaat en leert hoe het moet:
leven op aarde in Gods naam.
Zing van de mens door die Geest voortgedreven,
een die uit liefde zichzelf heeft gegeven,
Jezus, een mens naar ons hart, naar Gods woord,
die ons vooruit gaat en leert hoe het moet:
leven op aarde in Gods naam.
MENSEN VAN VREDE
Lieve mensen, in een paar zinnen kan heel wat gezegd worden, kan eigenlijk een hele wereld opgeroepen worden ! Laten we maar eens luisteren aan het begin van de zomer naar de woorden van Marcus. Hij laat Jezus de berg op gaan en tot zich roepen wie Hij wil. Als je dat zo zegt en bovendien de geroepenen ook direct komen, wil dat aangeven dat er met groot gezag gesproken wordt. Wie wat meer thuis is in de Schriften hoort in die paar zinnen een heleboel meeklinken en dat is nou juist de bedoeling van de schrijver. Zonder twijfel heeft Marcus de situatie van het volk in de woestijn in gedachten en daarbij de figuur van Mozes. Die wordt ook door God op de berg geroepen om te horen hoe hij leiding moet geven aan het volk. Hij ontvangt daar van God de tien woorden, vol van belofte die het perspectief moeten openen van een rechtvaardig omgaan van mensen met elkaar. Jezus is de mens die geladen is met de kracht van God, die mensen bij name roept en aanspreekt ! Het is dan boeiend om te horen dat er twaalf geroepen worden ! Wat wil dat anders zeggen dan dat in Jezus zich het nieuwe Israël, het nieuwe volk van God gaat vormen?
Hij zelf is daarvan het middelpunt, het fundament , want de leerlingen worden geroepen om op de eerste plaats “met Hem te zijn” en vervolgens om door Hem gezonden te worden en het woord te verkondigen aan allen die het willen horen die er voor open staan. De gemeenschap die wij kerk noemen zal, in navolging van de leerlingen, gedurig dienen te luisteren naar haar Heer die met groot gezag mensen roept. Zij vervolgens moeten toeven bij Zijn woorden en van daaruit spreken. Het zijn niet haar woorden, maar die van haar Heer. Anders gezegd: een kerk die niet het woord dient, maar er zich van bedient om mensen te zeggen wat zij zelf heeft bedacht, is het niet waard om kerk van Christus te heten. In de kerkgemeenschap zal voortdurend de plaats van die ware Herder en Leraar open gehouden moeten worden. Zo op die manier worden wij volk van God en mensen van Vrede.
Naastenliefde
Minnaar van mensen,
beïnvloed ons zo door Uw Geest,
dat we tonen de naaste te zijn,
die de ander behandelt
gelijk we persoonlijk begeren
in zo’n situatie behandeld te worden.
Leer ons het recht van de zwakkeren
voorrang te geven,
en altijd barmhartigheid te verlenen,
aan hen die op onze wegen verschijnen.
IN GOEDE AARDE
Daar waar een kind zich veilig weet,
een hand hem begeleidt
daar valt het zaad in rijke grond,
en wacht ….
Daar waar een mens ontvankelijk is,
voor leven openstaat,
daar valt het zaad in rijke grond,
en wacht ….
Daar waar de grond is omgeploegd,
het leven is gerijpt,
daar valt het Woord in rijke grond,
en wacht ….
en wacht ….,
totdat er klank ontstaat,
totdat ontkiemen kan,
totdat een mens wordt aangeraakt,
en dan het Woord verstaat...
ADVENT
Van ’t vroeglicht tot de dageraad
Van ’t vroeglicht van de dageraad
tot waar de zon weer ondergaat
zingt elk de koning Christus eer,
het kind der maagd is onze Heer.
De wijze koningen van ver,
zij volgden de verheven ster,
zij zijn van licht tot licht gegaan
en boden God geschenken aan.
Het hemels lam stond wit en licht
In ‘t zuiver water opgericht.
Met onze schuld heeft Hij gestaan
als dopeling in de Jordaan.
U met de Vader en de Geest,
o Heer die op het heilig feest
van heden ons verschenen zijt,
zij lof en eer in eeuwigheid.
Jezus diep in de woestijn
Jezus diep in de woestijn,
eenzaam en vol vragen,
voerde daar een zware strijd,
veertig lange dagen.
Veertig dagen zonder brood,
Hij is niet bezweken,
ook al was de honger groot
voor zijn tegenspreker.
Alle rijkdom, alle macht
lagen in zijn handen,
als Hij maar een knieval bracht
voor zijn tegenstander.
Jezus zei: Ik kniel niet neer,
want er staat geschreven:
bid alleen tot God de Heer,
dien Hem heel je leven.
Jezus, diep in de woestijn,
veertig lange dagen,
bleef het in een zware strijd
met Gods woorden wagen.
DE HEER HEEFT ONS HART
Woord van den beginne,
begin van een nieuwe schepping.
Hij kwam binnen in ons bestaan
om dat te vervullen met Zijn belofte.
Hij legde zich niet neer bij ons lot
maar stond daartegen op, bevocht het.
Hij ging de hele weg van Gods mensenliefde,
opdat niets ons daarvan kan scheiden.
Hij ging de hele weg van Gods menselijkheid
en heeft daarin gelijk gekregen.
Hij is de diepste engte ingegaan,
om ruimte te scheppen met lijf en leden.
En daaruit opgestaan,
voor ons, voor ons uit,
om ons te betrekken bij Zijn leven,
bij Zijn weg, bij Zijn toekomst.
Waarheen wij ons met verlangen uitstrekken....
Het leven van alle dag
Gelukkig is het land
TAAL OP DE TONG
Lucas 4: 38-44
Marcus 10: 46-52
Langs de weg van Jericho naar Jeruzalem zit een blinde mens. De weg loopt omhoog. Het is de opgang van chaos naar orde, van troostbaarheid naar perspectief. Van Egypte naar Kanaän, de weg van Abraham en Mozes, van Jezus naar ons. Deze weg is kortom het beeld van onze roeping: de samenleving ontdoen van haat, duistere donkere machten. Jezus, het woord van God, gaat die weg en terzijde daarvan zit de gemeente. Zij is blind en in haarzelf gevangen.
Daarom bevindt zij zich niet op de weg: ze is ervan afgedwaald. Dat doet zij keer op keer.In niets onderscheidt zij zich van Israël als het overspelig was tegenover de Verbondspartner. De enige die haar ziende maakt, is Hij die door Zijn woord haar wijst op de weg, de verlamming en de blindheid, als een mantel om haar heen geslagen, wegneemt en haar weer op de been helpt. Als het woord tot ons komt op de weg, zullen wij aandachtig zijn. Als we horen, dat het Jezus de Nazarener is zullen we roepen om die ontferming. Die God die zijn bondgenoot betrachtte, toen Hij zijn uitverkorene voor het eerst uit de wateren van de chaos riep tot een hoopvol teken voor de volkeren. Doe ons uw gemeente horen en zien: Jezus, Gij Zoon van David, ontferm U. En hoe meer angst om te doen en eigenbelang te beschermen ons trachten te weerhouden om opnieuw de weg te betreden, des te luider zullen we roepen. Dan komt het Woord tot ons. Het laat zich horen ! We weten waaraan het ons schort: meester, dat we ziende mogen worden. Als we echt vertrouwen op Hem, die juist aan ons Zijn woord schenkt om het te doen, zal het leven in ons terugkeren. Ga heen, zegt Jezus, uw geloof heeft u behouden Terstond, want het Woord werkt direct, zullen we zien en Jezus volgen op de weg omhoog.
Lucas 13: 18-21 Lucas 13: 18-21
Mensen hebben altijd nagedacht over hun toekomst. Daar is ook alle reden voor. De vaststelling dat onze samenleving velen in het nauw drijft en tot slachtoffer maakt door een onzorgvuldig omgaan met mensen en hun talrijke mogelijkheden, is niet het privilege van joden en christenen. Degenen die zich de moeite getroosten ogen en oren open zetten voor het zuchten en schreeuwen, het gekrijt en gekerm van armen, ontdekken dat de aarde woest en ledig is. De eeuwen door hebben mannen en vrouwen uit bekommernis zich ingezet voor betere verhoudingen en verbanden tussen mensen en volkeren: geduldig, vasthoudend, maar ook woedend en fanatiek. De eigen inbreng van hen, die in God als hoeder en hoeder van alle mensen geloven, komt in de eerste plaats niet voort uit creatief denken en voelen van hun kant doch uit overgave aan Hem die zich garant stelt voor een betere toekomst en een zinvolle wereld. Zij spreken dan ook over het koninkrijk Gods, om aan te duiden waar de grond ligt om tegen alle tegenslag en teleurstelling in te blijven geloven en hopen op de onmogelijke mogelijkheid. Mensen mogen onderling voortreffelijke ideeën en strategieën ontwikkelen en tot het verwerkelijken van een ”bedachte”, en door allen te aanvaarden samenleving. Zij kunnen uit zichzelf niet loskomen van partijvorming en ideologieën.
In de parabel van het mosterdzaadje en het zuurdesem leert Jezus ons dat het niet gaat om aan mensen opgelegde structuren en visies, hoe goed die ook bedoeld zijn. Hij wijst op een kracht van binnenuit. Zoals een mens groeit door de innerlijke verwerking van wat tot hem komt en niet doordat er aan hem gerukt en getrokken wordt, zo groeit het koninkrijk van God: door het horen van het Woord, het leren verstaan en van daaruit werken.Van binnenuit midden in de wereld, dat is onze inbreng !
Weinig Veel
Het kost niet zoveel,
Iemand een glimlach te schenken
Of je hand op te steken
Voor een vriendelijke groet
Zoiets kan opeens de zon laten schijnen
In het hart van de mens, die je zomaar ontmoet.
Het kost niet zoveel een hand uit te steken
Om een ander een beetje behulpzaam te zijn
Een dankbare blik is vaak de beloning
Al was de moeite voor u maar slechts klein.
Het kost niet zoveel om je hart wat te openen
Voor de mens om je heen z, n vreugd en verdriet.
Wees blij,dat je zo wat kan doen voor een ander!
Of is die ander je naaste soms niet?
Het kost maar heel weinig
Je arm om een schouder
Of alleen maar een zachte druk van een hand.
’t Is vaak voor de ander of hij even
In een klein stukje paradijs is beland.
Het kost toch zo weinig
Om een ander te geven
Iets wat jezelf toch zo heel graag ontvangt.
Liefde! Alleen maar door dat weg te schenken
Krijg je terug,meer dan je ontvangt.
O, die vriendelijke glimlach
Dat eventjes groeten
Die arm om je schouder
De hulp die je bood
Het kost allemaal bij elkaar toch zo weinig
Maar in wezen is het ontzaglijk groot.
Ingezonden door Suzan de Boe
Lucas 1: 26-38
Op de grote momenten van de geschiedenis van God en de mensen zijn het steeds weer de vrouwen die doorgang verlenen aan het Woord van God. De mannen met hun kracht en potentie en trots staan buiten spel. Dit heeft niet te maken met het biologisch verschil maar met het feit dat vrouwen in de tijd dat de schrift geschreven werd, altijd op de tweede plaats kwamen. En is er zoveel veranderd in dit opzicht ?
Maria is het beeld van de ware leerling. Zij is een van de ooggetuigen en dienaren van het woord van wie Lucas zegt dat hij van hen de blijde boodschap heeft ontvangen. Zij hoort het woord, aanvaardt het en doet volgens het woord dat haar is aangezegd. Ze laat zich roepen en roept weer anderen. Zij ontvangt en baart het leven. Een groot verschil met Sara, haar voorbeeld uit het boek van de Schepping, is dat zij niet cynisch lacht wanneer haar een kind wordt beloofd, en nog wel een kind van wie gezegd wordt dat Hij de nieuwe David zal zijn en de Zoon van God zelf genoemd zal worden. Achter de woorden van dit evangelie klinkt gelach op, maar het is een gelach van vreugde en enthousiasme over de charme en de genade van God, die juist de kleine en geringe uitkiest als Zijn plaatsbekleders en te midden van de chaos een nieuw begin maakt. Juist deze blijdschap werkt aanstekelijk en doet nieuwe leerlingen geboren worden. Die dan lachend op hun beurt het woord van God doorgeven.
Zij weten dat ze aanvaard zijn door God zoals ze zijn. Zij beseffen dat ze voor God niets hoeven te presteren, want Hij is met hen. Zij geloven dat zij niet onvruchtbaar zullen zijn, omdat God ook met hen en ons een nieuw begin wil en kan maken. Waar vinden we nog de lachende vrouwen die voor ons het woord breken en getuige zijn van de charme van God ? Of zijn wij het zelf die hiertoe geroepen worden?
Marcus 6: 34-44
Ik heb een droom; “Ik zie de kinderen van slaven met de kinderen van slaven-eigenaren zitten. Aan een tafel met elkaar het voedsel delen.”
Wordt dat visioen van Martin Luther King ooit werkelijkheid ? Is het geen illusie dat ook de afgejakkerde en weggegooide mens een plek vindt om er bij te horen: om op te leven van een goed woord en het goed te hebben met anderen.In het evangelie van vandaag begint Jezus Messias deze droom te verwezenlijken. Tegelijk blijkt uit de vragen en de opmerkingen van de leerlingen en de antwoorden van Jezus hierop, dat de gedroomde en intens verlangde toekomst op een wel heel andere manier doorbreekt dan wij verwachten.Als wij naar Jezus opkijken als de man die het voor ons wel zal klaren, weigert Hij aan die verwachting te voldoen.
Geven jullie hen maar te eten! zegt Hij tot zijn leerlingen die vol van zorg zijn om al die hongerende mensen en er op aandringen dat Hij hen naar huis stuurt.
Het gaat er om dat wij ons niet van de problemen afmaken en zo op afstand blijven staan van de mensen in nood. De droom wordt alleen maar werkelijkheid als we er zelf zorg voor dragen.De toekomst die met Hem aanbreekt is dan ook niet voor geld te koop. Wat hebben jullie zelf ? vraagt Hij. Geld ertegen aan gooien brengt mensen niet bijeen. Je moet iets van jezelf geven: delen met anderen. Maar het is zo weinig wat we hebben, zeggen we dan. Wat zijn nou vijf broden en twee vissen?
Wat kunnen wij nu met onze goede wil veranderen aan een wereld waar de grote bazen de wet stellen? Is de nood niet duizend keer groter dan onze inspanningen? Jezus laat ons praten, Hij neemt eenvoudig in Zijn handen wat wij hebben. Hij zegent het en laat het ons ronddelen. En dan gebeurt het: door Zijn woord, omdat Hij erbij is, kan dat kleine beetje wat we hebben het verlangen van duizenden vullen.
Laten we dat dit nieuwe jaar 2015 maar eens gaan doen.
Geloven in de toekomst betekent dan voortaan: vertrouwen in wat we zelf kunnen, omdat Hij erbij is.
Matt 9: 14-15
Niet de Farizeeën maar de leerlingen van Johannes de doper stellen Jezus de vraag naar het vasten. Vasten stond in beide groepen in het teken van rouw en boetedoening. Vandaar de vraag: waarom vasten uw leerlingen niet ? In zijn antwoord plaatst Jezus het vasten in een totaal ander kader: in het teken van blijdschap en vreugde, omdat het rijk van God dichterbij is gekomen. Op een bruiloftsfeest kun je toch niet vasten (treuren) terwijl de feesteling bij je is ? In de periode van het wachten op het heil heeft vasten zin. Ook later, in de tijd na
Jezus‘ dood, als de bruidegom weg is genomen, zullen zij vasten. Uit het leven van de oude christengemeenten blijkt dit. In de jaren zestig is het vasten binnen de kerk in onbruik geraakt. Zoals aan vele gebruiken die tot een zekere sleur waren geworden, kwam aan het vasten een eind toen een golf van vernieuwing door de kerk trok. Momenteel is het vasten weer in opkomst. Mensen waken en vasten uit een verlangen naar vrede en recht. We horen van hongerstakingen, vasten uit protest tegen een begaan onrecht of opdat gerechtigheid moge geschieden. Er wordt gevast uit solidariteit met de velen, die gedwongen vasten
omdat hen gewoon het voedsel ontbreekt. En mensen vasten om zich voor te bereiden op een zeer belangrijke beslissing in hun leven.We vinden dit vasten ook terug in het evangelie: voordat Jezus Zijn optreden begint vast Hij veertig dagen en nachten in de woestijn. Tot slot vasten ook mensen om hun lichaam te reinigen van kwade stoffen. Zo zien we het vasten op vele manieren terugkere , deels in de lijn van vroegere praktijken, deels binnen een heel nieuw kader, zoals Jezus het in zijn tijd ook in een nieuw kader plaatste.We mogen en kunnen daar blij mee zijn. Het kan onze innerlijke geloofsvisie verrijken op weg naar Pasen.
Matteüs 23: 1-12
Als een beeld zullen wij op God gelijken. Dit taalgebruik is ons niet vreemd. Want ook wij zeggen: je lijkt sprekend op je vader of je moeder. Beeld van God zijn wil kernachtig vertellen dat we sprekend God moeten zijn. Ons spreken en ons doen en laten moeten naar Hem verwijzen: zo worden wij woord van God zelf. Maar daarom zullen we niet moeten gaan denken dat we Gods beeld al zijn. We moeten het worden en de kerk is geroepen om in het voetspoor van Israël te lopen en dit vorm te geven .
Eén is er in de wereld gekomen die geworden is tot het woord van God. Omdat Hij de wet en de profeten heeft vervuld: Jezus Messias. Daarom is Hij de eerstgeboren mens van ons allen. Daarom zegt Hij terecht van zichzelf: Wie Mij ziet ziet de Vader: Johannes 14:9. En daarom is Hij ook het beeld van de Vader: Zoon van God. Wij zijn dus geroepen, door te doen als Hij, beeld en woord en derhalve kinderen van God te worden. We hebben in onze opdracht om van de wereld een paradijs te maken met alleen maar een vader, want allen zullen wij elkander zusters en broeders noemen en bovenal zijn. In de kerk kennen we dus geen vaders en moeders, maar enkel zusters en broeders in Christus naam. We kunnen deze of gene een bijzondere verantwoordelijkheid toekennen, maar dan nog blijft hij of zij onze zuster of broeder. We hebben in dit wordingsproces ook maar één leraar. Jezus, want Hij is het vleesgeworden Woord. Dit woord van God is onze enige uitdaging en beslissend richtsnoer. We zullen ons in de kerk dan ook geen leraren laten noemen en de kerk zelf zal zich geen lerares noemen. Zij zal een teken van hoop zijn door het woord te horen – onze leermeester verstaan - en door het Woord te horen en te doen, onze Vader uitbeelden in alle deemoed en vreugde in deze tijd van veertig dagen op weg naar Pasen.
De Emmaüs gangers
We liepen moeizaam al maar verder voort,
de lange, troostloze weg van ’t leven.
We hadden van het wonder wel gehoord,
maar ’t lege graf kon ons geen vreugde geven.
Ja zelfs, toen Jezus ons terzijde trad
En duidelijk ’t oud profetenwoord verklaarde.
werd ons bezwaarde hart gehouden dat het Hem,
Als d Ópgestane, niet ontwaarde.
Maar toen we samen aan het Avondmaal,
de gaven van zijn Brood en Wijn ontvingen,
verstonden wij de sprake van die taal.
Het was of onze ogen open gingen,
we zagen Hem bij ’t feestelijk onthaal
en toen begon ons hart te zingen.
Geschreven door Gerard G. Ruissen,
Ingezonden door Suzan de Boe
Een opstandslied. ( Geschreven door A. Bronswijk)
Sta op als mens van zegen,
verspreider van het licht,
aan wie is af te lezen
de glans van Gods gezicht.
Aan wie is aan te horen
de waarheid van zijn stem.
Sta op als mens van zegen,
geroepene van Hem.
Sta op als mens van liefde
die omziet naar het hart.
Als schuilplaats tijdens stormen,
bij al wat ons benart.
Als anker in de branding
met vaste grond in Hem.
Sta op als mens van liefde,
geroepen door Gods stem.
Ten Hemel opgenomen
een stap in het zand,
een spoor gekerfd in een rots,
zo is de pijn gegrift in mijn hart
de stille getuige,
van de afwezige aanwezigheid van die mens,
die een onuitwisbare indruk achterlaat in mijn leven.
Ik staar naar de hemel,
alsof mijn ogen Hem kunnen vasthouden,
maar starend naar boven,
verblind door tranen,
zie ik niets,
en buig ik mij naar beneden,
naar de aarde, de menselijke grond,
en zie ik zijn laatste voetstap,
zijn diepe spoor gegroefd in mij.
En weet,
de voetstap wist mij de weg,
nu nog ongebaand,
nu nog onzichtbaar,
slechts die ene stap….is
nodig om zijn weg te gaan,
in zijn geest,
en waar te maken zijn Naam:
Ik Ben er voor jou!
Ingezonden door Suzan de Boe
Wie zaait, zal oogsten. ( geschreven door Pintus Michèle)
Je zaait, dus zal je oogsten.
Maar zaai niet op dorre grond.
Zorg jij maar voor ‘t ploegen
Dan maak Ik, dat er vrucht uit komt.
Wacht en heb geduld.
De tijd die zal het leren
Dan wordt je mand gevuld.
En zal je hoger keren.
Blijf op méér vertrouwen.
En heb geloof voor tien
Zodat we samen ’t Koninkrijk bouwen.
Dan laat ik je, mijn volle glorie zien.
Ingezonden door Suzan de Boe.
Zo is God
Je bent voor Hem niet zomaar een project.
Hij heeft je lief.
Hij is met jou bewogen.
Hij is met jou bewogen. Hij buigt zich naar jou toe met mededogen
En houdt Zijn armen neer je uitgestrekt.
Ga niet voorbij het doel van je bestaan
Hij nodigt je om tot een keus te komen
Zijn Vaderhart is groot!
Kom zonder schromen
Waarom Zijn aanbod nu nog af te staan?
Ja, zo is God
Hij roept je bij je naam
En zo wil zo graag dat je Zijn weg zult kiezen
En heel je hart aan Jezus zult verliezen
Hij maakt je zelf tot deze keus bekwaam.
Ingezonden door Suzan de Boe.
PASEN. ( Geschreven door Ad Blijlevens).
De Smalle weg
De poort is soms eng, de weg is smal
Die leidt naar het eeuwige leven.
Toch geeft God Zelf juist deze weg
Tot ons behoud gegeven.
Want deze weg is nooit te smal
Om daarop blij te wandelen
Wij leren elke dag opnieuw
Om naar zijn wil te handelen.
De weg is altijd nog zo breed
als Jezus' open armen
Zij Heilsarmen uitgebreid
In liefdevol erbarmen.
Zijn armen liet Hij uitgestrekt
Voor ons aan het kruishout hechten
Opdat voor ieder plaats zou zijn
Zelfs voor de hele slechten.
Bij het begin staat Jezus'kruis
Waaraan hij wilde sterven
En aan het eind Gods Vaderhuis
Waar wij een wonig erven.
Help ons de smalle weg te gaan,
Blijmoedig, zonder vrezen,
En leer ons, dat zelfs in het verdriet
Uw zegen nog kan wezen.
Ingezonden door Suzan de Boe.
Herfstmystiek. (Gedicht van Oeke Kruythof)
De bomen langs de singel
staan ingetogen stil
geborgen in hun eigen wezen
ze lezen in hun spiegelbeeld
dat in het water staat geschreven:
oeroud is het verhaal
van sterven en van leven.
het beeld verrimpelt
door het vallend blad
symbool van afscheid nemen
behoedzaam lees ik mee
en zie verrast
de knoppen reeds gespeld
verlicht weet ik:
als straks de winter
dood en leegte spreekt
wil ik hieraan blijven denken
aan de knoppen
die reeds zijn gespeld
Ingezonden door Suzan de Boe.
Jezus komt terug
Op een dag gaat het gebeuren,
Iets waar iedereen naar verlangt,
Naar een leven met alleen maar vrede.
Voor iedereen die hem in zijn leven ontvangst.
De dag wanneer Jezus komt
En ons komt bevrijden
Van de haat en ongeloof
Voor diegenen die belijden
En voor degene die niet in hem geloven
Of niet herkennen die hij is
Die zullen voor eeuwig verloren gaan
Dus vraag hem nu om vergiffenis
En misschien ben jij dan nog niet te laat
Om hem te erkennen als machtige God want dat is hij!
Ingezonden door Suzan de Boe.